In het midden van de Périgord Noir ligt Belvès, een middeleeuwse stad die in de 11e eeuw werd versterkt en de bijnaam “de stad van de Paus” kreeg.
Onder de bescherming van paus Clemens beleefde het een getormenteerde geschiedenis, waarvan de overblijfselen vandaag nog zichtbaar zijn.
Wallen, de Auditeurstoren, de Klokkentoren, de Stadhuistoren, de voormalige klokkentoren van het Broederen Predikherenklooster, de Hospitaaltoren, maar ook het hotel met zijn renaissancegevel, het kasteel met zijn 12e-eeuwse donjon, de voormalige Consulswoning, de houtmarkt en de trogloditische woningen zijn bezienswaardigheden die de moeite waard zijn en een bezoek waard.
En niet te vergeten de kerk Notre-Dame de L’Assomption, ook Notre-Dame de Montcuq genoemd, die in 830 voor het eerst als benedictijnenabdij werd gebouwd.
Dit was tijdens het bewind van Lodewijk de Vrome.
Na vele wisselvalligheden, werken en wederopbouwen staat de kerk sinds 1948 op de monumentenlijst en werd zij in 2000 als Historisch Monument geklasseerd.
